De leerlingen kunnen vier verwering- en erosiefactoren illustreren.
Storyboard-Text
Gleiten: 1
WATER
Water kan grond, stenen en opgelost materiaal van het ene gebied naar het andere verwijderen. Erosie door water kan verschillende vormen aannemen: regenval, rivier, oceaangolf en overstromingen.
Gleiten: 2
WIND
Grote hoeveelheden stof, zand en vulkanische as kunnen over grote afstanden door de wind worden geblazen. Wind is de agent van erosie die zand in grote zandduinen doet ontstaan. Het is bekend dat stof over hele oceanen reist.
Gleiten: 3
ZWAARTEKRACHT
Zwaartekracht is ook een middel van erosie. Wanneer rotsen verweerd zijn, kunnen de rotsdeeltjes door de zwaartekracht van de rotsen vallen. Dit staat ook bekend als massabeweging.
Gleiten: 4
IJS-
IJs kan stenen en rotsdeeltjes door gletsjers bewegen. Een gletsjer is een ijslichaam dat voortdurend langzaam beweegt vanwege de zwaartekracht.