Er zijn zes koninkrijken die allemaal verschillende eigenschappen hebben en sterk variëren. Dit zijn dieren, planten, schimmels, protisten, bacteriën en Archaea . In deze activiteit maken studenten een grafiek die elk koninkrijk beschrijft en voorbeelden geeft van organismen die in dat koninkrijk vallen . Studenten moeten de belangrijkste eigenschappen van dat koninkrijk opnemen en een korte beschrijving van het organisme dat ze hebben gekozen.
Om deze activiteit toegankelijker te maken voor worstelende of jongere studenten, geeft u de studenten de namen van verschillende levende wezens en laat ze de organismen sorteren in de zes koninkrijken. Als alternatief, vereisen alleen dieren, planten en schimmels.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Identificeer de verschillende koninkrijken en geef een schriftelijk en visueel voorbeeld.
Guide students in building simple dichotomous keys to classify living things. Hands-on practice helps deepen understanding of the six kingdoms and encourages critical thinking about scientific classification.
Use familiar items like pencils, erasers, and books for students to practice making basic classification keys before applying the concept to organisms. This scaffolds learning and builds student confidence.
Demonstrate how to write simple yes/no questions that split items into groups. Example: "Does it have leaves?" for plants. This clarifies how classification keys work.
Challenge students to design a basic dichotomous key that sorts a set of sample organisms into the correct kingdom. Encourage them to focus on visible differences and defining characteristics.
Pair up students to try out each other's keys using the same set of organisms. Peer feedback helps them refine their questions and understandings.
De zes rijken in de wetenschappelijke classificatie zijn Dieren, Planten, Schimmels, Protisten, Bacteriën en Archaea. Elk rijk omvat organismen met unieke kenmerken en rollen in de natuur.
Om leerlingen te leren organismen in de zes rijken te sorteren, geef ze namen of afbeeldingen van verschillende levende wezens. Laat ze onderzoeken en elk organisme koppelen aan het juiste rijk op basis van de belangrijkste eigenschappen, wat discussie en redenering stimuleert.
Een eenvoudige activiteit is dat leerlingen een schema of visuele organisator maken met de zes rijken als koppen. Ze kunnen voorbeeldorganismen onderzoeken, korte beschrijvingen schrijven en afbeeldingen voor elk rijk toevoegen.
Voorbeelden: Lion (Animalia), Eik (Plantae), Paddenstoel (Fungi), Amoeba (Protista), Streptokok (Bacteriën) en Halobacterium (Archaea).
Voor jongere of minder begaafde leerlingen, focus alleen op Dieren, Planten en Schimmels. Geef voorbeeldorganismen en gebruik matchingspellen of sorteerspellen om begrip op een leuke, toegankelijke manier op te bouwen.