Het gebruik van een T-kaart om twee tegengestelde kanten of standpunten te vergelijken en te contrasteren, is een handig hulpmiddel om het begrip van studenten te vergroten. Door verder te gaan en beeldmateriaal op te nemen, kunnen studenten de details van de tegengestelde perspectieven beter begrijpen en onthouden. In deze activiteit maken leerlingen een t-chart die de standpunten van de patriotten en loyalisten vergelijkt en contrasteert.
Wanneer studenten meer te weten komen over de Amerikaanse revolutie, hebben ze mogelijk leraren nodig die een verscheidenheid aan bronnen verstrekken. Het gebruik van diverse bronnen, zoals primaire bronnen, video's, lezingen uit studieboeken, encyclopedieën en literatuur, kan voor studenten nuttig zijn om een nauwkeurig en volledig beeld te krijgen van de tijdsperiode. Studenten kunnen grafische organisatoren met kolommen gebruiken om aantekeningen te maken over de verschillende standpunten, logica, grondgedachten en perspectieven van de loyalisten en de patriotten, evenals beroemde of opmerkelijke mensen voor elke categorie.
Een waardevolle uitbreiding is dat studenten deze gebruiken als een gids om hun eigen klassendebat Patriots vs. Loyalists te houden. Studenten kunnen in twee gelijke groepen worden verdeeld. Ze hebben van tevoren tijd om hun argumenten te delen en te bespreken. Studenten kunnen dan om de beurt spreken en hun argumenten naar voren brengen tijdens het debat. De kant met de meest originele argumenten wint!
(Deze instructies zijn volledig aanpasbaar. Na het klikken op "Copy Assignment", wijzigt u de beschrijving van de opdracht in uw Dashboard.)
Opleveringsdatum:
Doelstelling: een T-kaart maken van tegengestelde standpunten tijdens de Amerikaanse revolutie. Voeg ten minste 5 argumenten toe voor ELKE kant, de patriotten en de loyalisten.
Instructies voor studenten:
Voorwaarden:
Grade Level 4-6
Moeilijkheidsgraad 2 (Versterking / Ontwikkelingslanden)
Soort Opdracht Individu
Type Activiteit: Vergelijken en contrasteren met de T-Chart
(U kunt ook uw eigen maken op Quick Rubric.)
Proficient | Emerging | Beginning | |
---|---|---|---|
Similarities | Student identifies and explains many of the similarities between the two. | Student identifies and explains some of the similarities between the two. | Student identifies and explains few of the similarities between the two. |
Differences | Student identifies and explains many of the differences between the two. | Student identifies and explains some of the differences between the two. | Student identifies and explains few of the differences between the two. |
Images | Images are clear and creative. | Most images are easy to understand, but at least two images do not fit. | Images are not easy to understand. |
Spelling and Grammar | Student makes few errors. | Student makes two or three errors in spelling and grammar. | Student makes multiple errors in spelling and grammar. |