Verwering is het proces dat grotere rotsen in kleinere rotsstukken opsplitst en erosie is de beweging van deze kleinere stukken. Er zijn vier middelen voor erosie: zwaartekracht, water, ijs en wind. In deze activiteit maken studenten een spinkaart die elke agent van erosie identificeert en illustreert. Om je meer gevorderde studenten uit te dagen, laat ze voorbeelden vinden van verschillende landformaties veroorzaakt door de erosietypes.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Identificeer en beschrijf vier manieren waarop rotsen kunnen worden geërodeerd.
Engage students with a visual and interactive erosion experiment using basic supplies. This activity helps students see how erosion works in real time, reinforcing key science concepts.
Collect inexpensive items such as plastic trays, cups, water, sand, soil, and a few small rocks. Having all materials ready ensures a smooth demonstration and keeps students focused on learning.
Shape the sand and soil in each tray to create hills, valleys, or riverbanks. Adding rocks can show how solid features affect erosion, making the demonstration more realistic and engaging for students.
Pour water to mimic rain, use a straw or fan for wind, and carefully tilt trays for gravity. Each method models a different agent of erosion, helping students visualize how landscapes change over time.
Ask students to note differences in the landscape after each agent acts. Encourage them to discuss which agent caused the most change and why, building critical thinking and observation skills.
De vier belangrijkste agentia van erosie zijn zwaartekracht, water, ijs en wind. Elk agent verplaatst en vormt rotsfragmenten op unieke wijze, waardoor in de loop van de tijd verschillende landvormen ontstaan.
Je kunt een spinnenkaartactiviteit gebruiken waarbij leerlingen elk agent van erosie identificeren, illustreren en beschrijven. Ze kunnen afbeeldingen zoeken of hun eigen visuals maken en korte uitleg schrijven voor elk erosietype.
Verwering breekt rotsen in kleinere stukken, terwijl erosie die stukken naar nieuwe locaties verplaatst. Beide processen werken samen om het oppervlak van de aarde te vormen.
Voorbeelden zijn kloofdalen (watererosie), zandduinen (winderosie), gletsjer valleien (ijserosion) en grindhellingen (zwaartekrachterosie).
Het leren over agentia van erosie helpt leerlingen te begrijpen hoe de landschappen van de aarde in de loop van de tijd veranderen en verbindt wetenschaplessen met echte omgevingen.