Tussen 1964 en 1973 namen miljoenen Amerikanen deel aan een ontelbaar aantal protesten tegen de oorlog in Vietnam. Met duizenden jonge Amerikaanse soldaten die elk jaar worden gedood, werden de protesten en oppositie het weefsel van deze sociale beweging die een generatie definieerde. In 1965 nam een kleine groep studenten in Des Moines, Iowa een kledingbeslissing die al snel zou resulteren in een historische beslissing van het Hooggerechtshof.
Deze studenten in Des Moines, geleid door John en Mary Beth Tinker, besloten om naar school zwarte armbanden te dragen om hun verzet tegen de Amerikaanse betrokkenheid bij de Vietnamoorlog te symboliseren. Deze beslissing was in strijd met een nieuwe schoolregel die precies datgene verbood dat ze wilden dragen. Hoewel het schooldistrict campagneknoppen en politieke pamfletten toestond, waren anti-oorlogsarmbanden niet toegestaan. De nu historische "Tinker Children" werden van school geschorst omdat ze deze armbanden droegen en gingen al snel op reis door het Amerikaanse gerechtssysteem dat moest bepalen of een student het grondwettelijk recht heeft om te protesteren in hun klaslokalen.
Deze activiteiten zijn bedoeld om studenten te laten onderzoeken en analyseren hoe het eerste amendement op de Amerikaanse grondwet de rechten van studenten beschermt. In deze gids wordt studenten gevraagd te onderzoeken hoe het concept van vrije meningsuiting is geïnterpreteerd in de zaak Tinker v. Des Moines.