Om meer toe te voegen tot het vol is
Het Engelse werkwoord, opvullen , kan transitief of intransitief zijn.
Phrasal verbs can be extremely tricky for learners of English. The reason for this is twofold: there are lots of them and their meaning is not always obvious from the words that make them up. To make things even more difficult, phrasal verbs can have multiple meanings, adding to the headache for learners.
A phrasal verb is made up of a main verb with an attached preposition or adverb. An example of a phrasal verb is run into. Where run is the main verb and into is the preposition. Phrasal verbs can be separated into two groups, intransitive and transitive verbs. Intransitive phrasal verbs do not have a direct object: go out, for example, "I want to go out tonight". Transitive phrasal verbs have a direct object and they can be split up into two further categories: separable and inseparable. With separable transitive phrasal verbs, the verb and the preposition can be split up. For example, both “turn off the radio” and “turn the radio off” are both correct. Inseparable phrasal verbs cannot be split up. For example, “I’ll look after you” is correct, but “I’ll look you after” is not.
Using Storyboard That you can prepare a visual dictionary of phrasal verbs quickly and easily. Even better than that, have your students create their own phrasal verb visual definitions.
{Microdata type="HowTo" id="9799"}Potentiële energie is de opgeslagen energie die een voorwerp heeft vanwege zijn positie of toestand. Bijvoorbeeld, een bal bovenop een heuvel heeft potentiële energie door de zwaartekracht.
Potentiële energie is opgeslagen energie gebaseerd op positie of toestand, terwijl kinetische energie de energie van beweging is. Een voorwerp kan op verschillende momenten een van beide types hebben.
Potentiële energie is belangrijk omdat het kan worden omgezet in andere nuttige energievormen, zoals kinetische energie. Het helpt ons te begrijpen hoe dingen bewegen en werken, van schommels op de speelplaats tot waterkrachtcentrales.
Veelvoorkomende voorbeelden zijn een uitgerekte elastiek (elastice potentiële energie), water achter een dam (zwaartekracht potentiële energie) en voedsel (chemische potentiële energie).
Leerkrachten kunnen eenvoudige demonstraties gebruiken, zoals laten zien hoe een opgeheven bal valt wanneer deze wordt losgelaten, of een uitgerekte katapult vergelijken met een rustende, om leerlingen te helpen potentiële energie in actie te begrijpen.