Een nevel is stof- en gaswolk in de ruimte. De term 'nevel' komt uit het Latijn voor mist of wolk.
Historisch gezien werd de term nevel gebruikt om om het even welke voorwerp te beschrijven die wolkenachtig buiten de Melkweg verscheen, met inbegrip van andere sterrenstelsels, maar een echte nevel is een wolk van stof en gas. Het gas bestaat gewoonlijk uit waterstof-, helium- en ioniseerde gassen. Ze kunnen variëren van miljoenen kilometer in omvang, tot veel lichtjaren over. Terwijl nevels zeer groot kunnen zijn, zijn ze niet erg dicht. De meeste nevels worden beschreven als diffuse nevels, wat betekent dat ze geen duidelijke rand of grens hebben.
Stellaire nevels zijn wolken van stof en gas dat uiteindelijk een ster zal vormen. Het stof van gas valt als gevolg van de zwaartekracht. Naarmate de wolk afneemt, neemt de hitte toe als de afmeting van de wolk afneemt. De temperatuur neemt toe omdat sommige van de zwaartekrachtpotentiële energie omgezet wordt in thermische energie. Zodra het een kritieke temperatuur en een kritische dichtheid bereikt, kan kernfusie optreden.
Een ander soort nevel heet een planetaire nevel. Deze term werd voor het eerst gebruikt door de Britse sterrenkundig William Herschel in de 16de eeuw. Planetaire nevels gebeuren rond sterren met een soortgelijke massa aan onze zon, tegen het einde van het leven van een ster. Naarmate de kern van de ster instort, wordt een schaal van gas uitgeworpen. Sterre die zeer groot zijn, ondergaan een veel gewelddadiger proces tegen het einde van hun levenscyclus. Grote sterren worden instabiel na het gebruik van hun kernbrandstof, wat resulteert in een grote explosie die bekend staat als een supernova. Deze explosies zijn enorm en kunnen vaak de hele sterrenstelsels overtreffen. De overblijfselen van deze explosies zullen neveljes vormen.
De Hubble Space Telescope is gebruikt om afbeeldingen van verschillende nevels te maken. Deze beelden zijn enkele van de meest indrukwekkende die zijn gemaakt met behulp van de ruimtetelescoop.
{Microdata type="HowTo" id="9751"}A nebula is a massive cloud of gas and dust in space. Nebulae are formed when stars explode (supernova) or when gas and dust gather together under gravity, sometimes creating new stars.
Nebulas are important because they are the birthplaces of new stars and planets. They also contain the basic building blocks for everything in the universe.
Nebulas often appear as colorful, glowing clouds through telescopes. Some, like the Orion Nebula, can be seen with the naked eye under dark skies, but most require a telescope to view clearly.
There are several types of nebulae: emission nebulae (which glow), reflection nebulae (which reflect light), planetary nebulae (formed when stars die), and dark nebulae (which block light).
Nebulas help scientists study how stars and planets form, what space is made of, and how galaxies change over time. By observing nebulas, astronomers learn more about our universe's life cycle.