Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog hadden de geallieerde mogendheden het volgehouden en een van de duurste oorlogen in de geschiedenis gewonnen. Tientallen miljoenen, zowel strijders als burgers, waren omgekomen, grote delen van Europa lagen in puin en de kracht van atoomwapens was ontketend. Velen zochten vrede en de mogelijkheid om te beginnen met het reconstrueren van hun huizen, naties en levens. De komende vrede zou echter onvolmaakt zijn.
Twee landen zouden opstijgen tot wereldmachten: de Verenigde Staten en de Sovjetunie. De ene gebaseerd op principes van democratie en kapitalisme, de andere, een natie die is ontstaan uit de ideologieën van Karl Marx en communistische theorieën. Beide zouden strijden om macht, positie en controle over mondiale zaken. Het resultaat was een ideologische oorlog: de Koude Oorlog.
Voormalige bondgenoten tegen de As, de VS en de USSR stonden al vóór de laatste schoten van de oorlog op gespannen voet. Europa was rijp voor hervorming en beide landen wilden deze transformatie dicteren. Het resultaat was tientallen jaren van proxy-oorlogen, propaganda, spionage, de ruimte, nucleaire en conventionele wapenwedstrijden en algemeen wantrouwen tussen het oosten en het westen. De gebeurtenissen die de Koude Oorlog bepalen, hebben een onuitwisbaar stempel gedrukt op mondiale zaken vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog, tot de val van de Sovjet-Unie in 1991.
Met behulp van de activiteiten in dit lesplan kunnen studenten uitleggen, analyseren, illustreren en conclusies trekken over hoe gebeurtenissen plaatsvonden na de Tweede Wereldoorlog, en welke gebeurtenissen, figuren en ideeën de Koude Oorlog bepalen.