Studenten zullen al bekend zijn met vele, vele vormen, maar ze kennen de wiskundige namen misschien niet. Een eenvoudige manier om te beginnen is om te bepalen of een vorm een polygoon is. Een polygoon is een gesloten figuur bestaande uit ten minste drie zijden en hoeken. Driehoeken, vierhoeken, vijfhoeken, zeshoeken, enz. Zijn allemaal veelhoeken. Veelhoeken kunnen rare vormen hebben, bolle en holle zijden hebben en een willekeurig aantal zijden hebben. Elke vorm met krommen of open uiteinden is GEEN veelhoek.
In deze activiteit verplaatsen studenten vormen van een sjabloon naar de juiste kolommen op hun eigen storyboard. Interactieve whiteboards of geprojecteerde computerschermen maken dit een boeiende klasactiviteit, maar studenten kunnen net zo gemakkelijk individueel of in paren op een computer werken.
Zie ook Polygonia en Roundsville voor een kort wiskundeverhaal.
Polygonen kunnen worden gecategoriseerd op basis van het aantal zijden (en dus hoeken) die ze hebben:
* Deze vormen zijn niet vereist door de Common Core, maar het is leuk om de namen bij de hand te hebben als nieuwsgierige geesten het willen weten.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Sorteer de vormen in Polygon of Non Polygon.
Betrek de leerlingen door ze uit te dagen om concrete voorbeelden van veelhoeken in de klas te vinden. Notitieblokken en checklists maken deze activiteit interactief en leuk, terwijl de leerlingen vormen identificeren en vastleggen in alledaagse objecten.
Verduidelijk wat een vorm een veelhoek maakt: hij moet gesloten zijn, rechte zijden hebben en minstens drie hoeken. Gebruik duidelijke visuals om voorbeelden en niet-voorbeelden te laten zien, zodat de leerlingen weten waar ze op moeten letten.
Loop door de kamer samen met de leerlingen en wijs enkele veelhoeken aan voordat ze zelfstandig zoeken. Denk hardop om je redeneerproces te demonstreren.
Geef elke leerling een eenvoudig blad om de gevonden veelhoeken te tellen of te tekenen. Moedig labelen (driehoek, vierhoek, enz.) aan om de woordenschat te versterken.
Nodig leerlingen uit om interessante veelhoeken die ze hebben ontdekt te delen. Bespreek lastige voorbeelden samen om het begrip te verdiepen en misverstanden op te helderen.
A polygon is a closed shape with at least three straight sides and angles. Examples include triangles, quadrilaterals, and pentagons. Any shape with curved lines or open ends is not a polygon.
Encourage students to look for closed shapes with only straight sides. Guide them to drag these shapes into the 'Polygon' column, and those with curves or open ends into the 'Not a Polygon' column. Interactive whiteboards or digital templates make this activity engaging.
Try sorting activities where students move shapes into 'Polygon' or 'Not a Polygon' groups, use story-based math resources like Polygonia, or have students draw and label shapes with different numbers of sides.
Polygons have only straight, connected sides and are closed shapes. Non-polygons have curves, open ends, or sides that don't fully connect, so they don't meet the polygon definition.
Use interactive technology like whiteboards, pair students for teamwork, add a story element (e.g., shapes from 'Polygonia'), or let students create their own shapes to sort, making the lesson hands-on and fun.