Cyberpesten en verbaal pesten klinken anders. Wat online wordt gezegd, wordt meestal nooit hardop gezegd, vooral niet in het gezicht van het slachtoffer. Er zijn veel bijdragende factoren aan dit verschil, waaronder niet gezien worden tijdens het typen neemt een deel van de schuldgevoelens van de pestkop weg. De pestkop kan het gevoel hebben dat wat hij zegt of doet geen probleem is. Ze herkennen mogelijk geen gevolgen voor hun acties. Ook kan het niet zien van de schade van je woorden ook de impact van wat er gezegd wordt wegnemen. Bij het sms'en, posten op sociale media, enz. Kunnen pestkoppen onmiddellijk voldoening voelen als ze anderen aanvallen. Dit zijn allemaal belangrijke concepten voor tieners om te begrijpen terwijl ze technologie gebruiken. Deze activiteit helpt hen deze ideeën zelf te ontdekken.
In deze activiteit zullen studenten een scenario illustreren van cyberpesten en verbale pestsituaties en uitleggen waarom het gemakkelijker is om het ene boven het andere te kiezen. Dit biedt ook een perfecte discussie-starter voor de klas. Stel studenten open vragen als: zou je iemand in de rij van de supermarkt snijden? De studenten moeten allemaal nee zeggen. Vraag hen dan waarom mensen in auto's elkaar dan afsnijden? De student somt meestal redenen op zoals, ze kunnen je gezicht niet zien, etc. Vraag ze ten slotte, maken deze redenen cyberpesten ook gemakkelijker?
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
U creëert en analyseert cyberpesten en verbale pesten.
Guide students to create a class digital citizenship pledge that encourages kindness, empathy, and accountability online. This activity helps foster a positive classroom culture and reminds students to think before posting or commenting. Display the pledge in your physical or virtual classroom and revisit it regularly.
Invite students to share hypothetical digital interactions (both positive and negative) in small groups. Discuss how words might be interpreted differently online and the potential impact on recipients. This encourages critical thinking about online behavior and promotes empathy.
Demonstrate how to respond to unkind online messages with assertive, respectful language. Let students role-play various scenarios, practicing how to handle cyberbullying or defuse tense situations. This builds confidence and practical skills for real-life online interactions.
Explain how students can safely report cyberbullying incidents, whether they witness or experience them. Outline the steps and reassure students that seeking help is always okay. Provide printed or digital guides for easy reference.
Cyberpesten gebeurt online of via digitale apparaten, vaak anoniem, terwijl verbale pesterijen face-to-face plaatsvinden. Het gebrek aan fysieke aanwezigheid en visuele signalen in cyberpesten kan het minder persoonlijk laten lijken, maar is net zo schadelijk.
Mensen kunnen hardere dingen online zeggen omdat ze de reactie van het slachtoffer niet zien, zich minder verantwoordelijk voelen en vaak anoniem handelen. Deze digitale afstand vermindert empathie en waargenomen gevolgen.
Gebruik rolspellen of scenario-analyses waarbij leerlingen online en face-to-face pesten vergelijken, motivaties bespreken en emotionele impacts reflecteren. Dit helpt leerlingen de belangrijkste verschillen te ontdekken en empathie te ontwikkelen.
Begin met vragen zoals, "Zou je dit tegen iemands gezicht zeggen?" of gebruik analogieën zoals in de rij staan versus in het verkeer afsnijden. Deze prompts helpen leerlingen te onderzoeken waarom online gedrag vaak verschilt van gedrag in het echte leven.
Laat leerlingen voorbeelden maken en analyseren van cyberpesten en verbale pesterijen, en leg uit waarom online opmerkingen harder kunnen zijn. Deze praktische activiteit moedigt reflectie en klassikale discussie aan.