Zoals elk grammaticaal concept, zijn er altijd uitzonderingen of speciale gevallen op elke regel. Zodra studenten de vervoegingen en het gebruik van preterite en imperfect onder de knie hebben, zijn ze klaar om te leren over enkele speciale gevallen van werkwoorden die van betekenis veranderen wanneer ze worden overgeschakeld van de imperfecte naar de preterite-tijd.
In deze activiteit maken studenten een T-kaart die de verschillen in werkwoordsbetekenissen benadrukt, afhankelijk van het gebruikte geval. Overweeg om de student te voorzien van een lijst met de werkwoorden die hij voor deze activiteit zou moeten gebruiken.
(Deze instructies zijn volledig aanpasbaar. Na het klikken op "Copy Assignment", wijzigt u de beschrijving van de opdracht in uw Dashboard.)
Maak een T-diagram dat de verschillende betekenissen illustreert die werkwoorden hebben wanneer ze in de preterite of imperfecte tijd worden gebruikt.
Grade Level 9-12
Moeilijkheidsgraad 3 (Het ontwikkelen tot Mastery)
Soort Opdracht Individu