In het Spaans zijn er veel situaties waarin infinitieven moeten worden gebruikt. Het herkennen van deze is vaak moeilijk voor leerlingen, en bij het compileren met een reflexief werkwoord vinden studenten het onderwerp nog meer uitdagend. Deze eenvoudige storyboard oefening is bedoeld om studenten te helpen deze gevallen van infinitief gebruik te oefenen door ze originele voorbeelden van elk in combinatie met een reflexief werkwoord te creëren.
Hieronder vindt u een lijst van algemene termen waarmee infinitieven gebruikt moeten worden als er een werkwoord wordt geplaatst:
| Infinitief | Ud./Él/Ella |
|---|---|
| Después de | Na |
| Antes de | Voor |
| Tener que | Moeten |
| Ir a | Naar toe gaan |
| Para | Om te |
| Acabar de | Om gewoon te hebben |
Bovenstaande voorbeelden moeten gevolgd worden door infinitieven (als ze worden gevolgd door werkwoorden), maar met reflexieve werkwoorden moet de student ook het reflexieve voornaamwoord bijwonen. Zo moet de student oefenen met behulp van het juiste reflexieve voornaamwoord (me, te, se, nos, os, se), zelfs met infinitieven.
Laat de leerlingen een rasterverhaalbord maken, waarbij de eerste kolom wordt aangeduid volgens de infinitieve situatie die zij aan het rechterkant zullen aantonen. In de tweede kolom moeten de studenten een originele zin geven die het infinitieve voorbeeld met een reflexieve aanduiding toont. Het kan wellicht voor studenten zijn om ook de verandering te tonen die zich voordoen bij het reflexieve voornaamwoord in de eerste kolom, zoals getoond in het voorbeeld van het verhaalvoorbeeld.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Begin met het verbinden van reflexieve werkwoord infinitieven aan alledaagse routines die je leerlingen kennen, zoals zich klaarmaken voor school of naar bed gaan. Het relatable maken helpt leerlingen de praktische toepassing te zien en de vormen te onthouden!
Vraag leerlingen om hun ochtend- of avondroutines in het Engels op te sommen, en leid ze vervolgens om elke activiteit te vertalen naar het Spaans met reflexieve werkwoorden en infinitieven. Benadruk de juiste plaatsing van reflexieve voornaamwoorden voor elk voorbeeld.
Geef leerlingen zinnen zoals ‘Antes de’ of ‘Después de’ en laat ze de zinnen voltooien met reflexieve infinitieven, zoals ‘Antes de ducharme’. Modeleer enkele hardop om zelfvertrouwen op te bouwen.
Laat leerlingen paren vormen en korte dialogen maken over hun routines met reflexieve infinitieconstructies. Interactieve oefening verbetert begrip en retentie.
Begin de les met een korte opdracht van één minuut: leerlingen schrijven of zeggen een zin met een doeluitdrukking (bijvoorbeeld ‘Tener que’ + reflexief infinitief). Consistente herhaling bouwt automatisme op.
Spanish reflexive verbs are actions done to oneself and require a reflexive pronoun (me, te, se, nos, os, se). When paired with infinitives (unconjugated verbs), the reflexive pronoun is attached to the end of the infinitive or placed before the conjugated verb, matching the subject.
After expressions such as 'tener que' (to have to) or 'ir a' (going to), use the infinitive form of the reflexive verb and attach or place the reflexive pronoun to match the subject. Example: Tengo que lavarme (I have to wash myself).
A quick activity is to have students create a storyboard grid labeling each row with an infinitive phrase (like 'antes de') and writing original sentences combining it with a reflexive verb and the correct pronoun.
Reflexive pronouns must agree with the subject, even when used with infinitives. The pronoun indicates who is performing the action on themselves, so it changes (me, te, se, etc.) based on the subject of the sentence.
Common phrases include después de (after), antes de (before), tener que (to have to), ir a (going to), para (in order to), and acabar de (to have just). Each must be followed by an infinitive, and if reflexive, the correct pronoun is used.