Hoewel vergelijkende uitspraken in het Spaans qua structuur erg lijken op die in het Engels, hebben studenten meestal een herhaling van de aanvraag nodig voordat ze zich er prettig bij voelen. Nadat studenten de basisformule voor vergelijkende uitspraken hebben geleerd, zullen ze deze activiteit gebruiken om een T-diagram te maken waarin twee dingen op een rij worden vergeleken. Eén kolom kan in het Spaans 'meer ___ dan' worden genoemd, terwijl de andere 'minder ___ dan' wordt genoemd.
Deze oefening helpt studenten ook om de gewoonte van het controleren van hun adjectiefovereenkomst te versterken, omdat bij het omschakelen van hun zinnen naar een "minder ___ dan", het adjectief mogelijk moet worden gewijzigd om in te stemmen met wat nu eerst in de zin staat.
Als studenten voor het eerst Spaanse vergelijkingen oefenen, wil je misschien dat ze alleen reguliere bijvoeglijke naamwoorden gebruiken. Naarmate ze vorderen, kunt u studenten de uitzonderingen en / of nieuwe bijvoeglijke naamwoorden laten gebruiken die ze zelf onderzoeken. Studenten moeten plezier hebben met hun uitspraken en de illustratieve cellen! Ze moeten ten minste 3-4 rijen met voorbeelden voltooien.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Maak een T-kaart met "meer dan" en "minder dan" in het Spaans, met behulp van vergelijkende bijvoeglijke naamwoorden
Verhoog de betrokkenheid door oefenen om te vormen tot een levendig spel! Spellen maken leren memorabel en helpen leerlingen nieuwe grammaticavaardigheden te internaliseren.
Bevorder samenwerking door leerlingen samen te laten werken. Kleinere groepen zorgen ervoor dat iedereen meedoet en elkaar ondersteunt bij het vormen van zinnen.
Moedig creativiteit aan door kaarten te voorzien met verschillende zelfstandige naamwoorden (bijv., dieren, objecten) en bijvoeglijke naamwoorden (bijv., hoog, snel, interessant). Dit geeft leerlingen veel opties voor het maken van vergelijkingen en houdt het spel fris.
Versterk zelfvertrouwen door elk team te vragen hun kaarten te gebruiken om zinnen te vormen zoals "meer ___ dan" of "minder ___ dan". Teams verdienen punten voor correcte grammatica en overeenkomst van bijvoeglijke naamwoorden.
Motiverend voor participatie door extra punten te geven voor unieke of grappige zinnen. Het vieren van creativiteit moedigt risico's nemen aan en dieper taalgebruik.
A Spanish comparative adjective is a word used to compare two nouns, showing if one has more or less of a quality than the other. For example, "más alto que" means "taller than."
To make a T chart for Spanish comparatives, draw a large "T" on paper or the board. Label one column "más ___ que" (more ___ than) and the other "menos ___ que" (less ___ than). Add example sentences in each column comparing two things.
The basic formula for Spanish comparatives is: más/menos + adjective + que. For example, "Ella es más inteligente que él" means "She is more intelligent than him."
Students should make sure the adjective matches the gender and number of the noun it describes. For example, "más altos que" for plural masculine, or "más alta que" for singular feminine.
Easy activities include T chart comparisons, writing sentences using "más/menos ___ que," and illustrating examples. Students can compare classmates, objects, or pictures to practice.