Weer en Klimaat: Soorten Wolken

Deze Storyboard That activiteit maakt deel uit van de lesplannen voor Weer en Klimaat




Activiteit Kopiëren*


Overzicht van het Lesplan

Er zijn veel verschillende soorten wolken en ze worden gecategoriseerd met behulp van een systeem op basis van waar ze zich in de atmosfeer bevinden. Dit classificatiesysteem is vergelijkbaar met de Linnaean-taxonomie die wordt gebruikt om levende wezens te classificeren, waarbij elk woord naar een andere component verwijst. Wolken met nimbo of nimbus verwijzen bijvoorbeeld naar wolken die neerslag produceren. Wolken met strato of stratus in de naam vormen normaal gesproken in lagen.

In deze activiteit maken studenten een chat die verschillende soorten wolken en hun hoogte identificeert en illustreert. Deze activiteit kan worden gestut, waarbij de beelden van de wolken worden verstrekt en studenten worden gevraagd deze te labelen. Je kunt studenten ook aanmoedigen om naar buiten te gaan en de verschillende soorten wolken te identificeren en foto's te uploaden van alle foto's die ze maken.

Bekijk de International Cloud Atlas van de World Meteorological Organisation voor meer informatie over cloudtypen.


Grote hoogte

Cirrus - Een hoge, atmosferische vrijstaande wolk gekenmerkt door dunne haarachtige lokken. De naam komt van het Latijnse woord cirrus , wat 'haar' betekent.

Cirrocumulus - Gekenmerkt door dunne witte vellen gemaakt van regelmatig gerangschikte korrels of rimpelingen.

Cirrostratus - Gekenmerkt door een gladde, transparante plaat die een deel van of de hele hemel bedekt. Dit wolkentype kan een halo rond de zon veroorzaken.


Middelste hoogte

Altocumulus - Gekenmerkt door patches en vellen gevormd uit afgeronde massa's, lagen of rollen. Ze kunnen diffuus zijn of gemaakt van vezels.

Altostratus - Grijsachtige of blauwachtige platen bedekken de hele hemel of een deel ervan. In tegenstelling tot Cirrostratus veroorzaakt dit wolktype geen halo rond de zon.

Nimbostratus - Grijze wolkenlaag geassocieerd met regenval of sneeuwval. De wolklaag is normaal dik genoeg om de zon te blokkeren.


Lage hoogte

Stratocumulus - Grijze of witte vlekken en lagen gevormd door groepen afgeronde massa's. Stratocumuluswolken zijn normaal gesproken niet vezelig.

Cumulus - Vrijstaande, donzige wolken met duidelijk gedefinieerde randen. De bases van deze wolken zijn vlak en grijs, terwijl de toppen briljante witte uitstulpingen vormen die op bloemkool kunnen lijken.

Stratus - Een laag, glad vel grijze wolk, vaak geassocieerd met neerslag. Deze wolken blokkeren vaak de zon.

Cumulonimbus - Deze wolkentypes hebben een grote verticale hoogte die enorme bergen vormen. De meeste van deze wolken zijn vlak en verspreid aan de bovenkant. Ze worden soms de onweerswolk genoemd.


Activiteit Kopiëren*


Template en Class Instructions

(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)


Instructies voor studenten

Identificeer en beschrijf de verschillende soorten wolken en classificeer ze op hoogte.

  1. Klik op "Start opdracht".
  2. Label de rijen als hoog, midden en laag.
  3. Label de kolommen als Type 1, 2, 3 en 4. Voeg indien nodig meer kolommen toe.
  4. Onderzoek de tien verschillende cloudtypen. Opmerking: één wolkentype verschijnt op alle drie de hoogten.
  5. Sorteer wolkentypes in de hoogtegroepen waar ze worden gevonden en schrijf de naam als de titels van de cel.
  6. Zoek een afbeelding met Photos for Class en schrijf een beschrijving onder elke afbeelding.
  7. Sla de opdracht op en verzend deze.


Activiteit Kopiëren*



Tips over weer en klimaat: soorten wolken

1

Incorporate real-world weather data into your cloud lesson

Engage students by using local weather reports or weather apps to observe and record current cloud types in your area. This adds real-world context, helps students make connections, and encourages them to practice observation skills.

2

Set up a simple cloud observation journal

Have students keep a daily or weekly journal where they draw or photograph clouds they see and label their types. Journaling builds consistency and helps students track weather patterns over time.

3

Model how to compare cloud observations to cloud charts

Demonstrate using a cloud classification chart to match real sky observations with cloud types. Show students how to check altitude, shape, and color for more accurate identification.

4

Guide students to make weather predictions based on clouds

Teach students to use their cloud observations to predict upcoming weather. For example, spotting nimbostratus or cumulonimbus clouds can signal rain or storms, connecting science to everyday life.

5

Encourage peer sharing and discussion

Invite students to share their observations and predictions with classmates. Discussing findings builds communication skills and reinforces understanding of cloud types and weather patterns.

Veelgestelde vragen over weer en klimaat: soorten wolken

What are the main types of clouds and how are they classified?

Clouds are classified by their appearance and altitude in the sky. The main types include cirrus, cumulus, stratus, and nimbus, with further variations like cirrostratus or altocumulus. Classification terms describe their shape and weather effects, such as nimbus indicating precipitation and stratus meaning layered clouds.

How can students easily identify different types of clouds?

Students can identify clouds by observing their shape, color, and height in the sky. Using a cloud chart or images, they can match what they see to categories like fluffy cumulus or wispy cirrus. Going outside and taking photos is a hands-on way to practice cloud identification.

What is the difference between high, middle, and low altitude clouds?

High altitude clouds (e.g., cirrus) form above 20,000 feet and often appear thin and wispy. Middle altitude clouds (e.g., altostratus) are found between 6,500 and 20,000 feet and look more layered or patchy. Low altitude clouds (e.g., stratus, cumulus) form below 6,500 feet and are usually denser and closer to the ground.

Why do some clouds bring rain while others do not?

Clouds with "nimbus" in their name, like nimbostratus or cumulonimbus, typically produce rain or snow because they contain enough moisture and thickness to support precipitation. Other clouds, like cirrus or cumulus, are usually too thin or dry to cause rainfall.

What is a simple classroom activity to teach students about cloud types?

A great activity is making a cloud classification chart. Have students sort images of different clouds by altitude (high, mid, low) and label each type. They can also go outside to observe clouds and upload photos for discussion, making learning interactive and visual.

Meer Storyboard That Activities

Weer en Klimaat



Activiteit Kopiëren*



Afbeelding Attributies