Iskanje
  • Iskanje
  • Moje Zbirke Zgodb

Indirect Object Pronouns Process

Ustvarite Snemalno Knjigo
Kopirajte to snemalno knjigo
Indirect Object Pronouns Process
Storyboard That

Ustvarite svojo snemalno knjigo

Preizkusite brezplačno!

Ustvarite svojo snemalno knjigo

Preizkusite brezplačno!

Snemalna Knjiga Opis

Proces voor de Spaanse meewerkend voorwerp voornaamwoorden

Snemalna Knjiga Besedilo

  • IDENTIFICEER HET INDIRECTE OBJECT
  • Indirecte objecten ontvangen het directe object, of beantwoorden de vraag 'aan wie' of 'voor wie' de werking van het werkwoord wordt uitgevoerd (gevraagd na het directe object).
  • Vraag: "Voor wie" heb je een cadeau gekocht? Antwoord: onze moeder
  • EJEMPLO 1
  • Nuestra madre
  • io
  • Heb je geen reglement nodig?
  • io
  • Een mí
  • Vraag: "Aan wie" ga je koffie geven? Geef antwoord
  • EJEMPLO 2
  • Het is een café?
  • VERVANG HET INDIRECTE OBJECT MET EEN INDIRECT VOORWERP VOORNAAMWOORD
  • ¿Enrique, compraste un regalo para nuestra madre? -------------------------------------------------- ------- Enrique, heb je een cadeau voor onze moeder gekocht?
  • * Zie
  • me
  • Le
  • Te
  • Nos
  • Les
  • Os
  • Het is een café? -------------------------------------------- Ga je je geven? Koffie voor mij?
  • * Zie
  • me
  • Le
  • Te
  • Nos
  • Les
  • Os
  • Voornaamwoorden voor indirecte voorwerpen kunnen worden gebruikt om indirecte zelfstandige naamwoorden te vervangen om herhaling te verminderen. Het zou alsof "naar / voor mij / u / hem / haar / ons / hen" in het Engels zeggen. In het Spaans moeten ze akkoord gaan met het zelfstandige naamwoord dat ze vervangen.
  • Nuestra madre
  • Ja, ik heb een cadeau gekocht voor onze moeder.
  • Le
  • Ja, ik heb een cadeau voor haar gekocht.
  • Een ti
  • Nee, ik ga mijn koffie niet aan jou geven.
  • Te
  • Nee, ik ga mijn koffie niet aan jou geven.
  • VOEG ALLES SAMEN
  • Nadat u het indirecte objectnaam zelf hebt vervangen door een voornaamwoord, moet u het voor het vervoegde werkwoord plaatsen. Hier is het gesprek allemaal bij elkaar.
  • ¿Enrique, compraste un regalo para nuestra madre? -------------------------------------------------- ------- Enrique, heb je een cadeau voor onze moeder gekocht?
  • Plaats een voornaam voor het werkwoord
  • Heb je geen reglement nodig?
  • Le
  • Compré
  • Zi, le compré un regalo. Le compré unas joyas.
  • Le
  • Het is een café? -------------------------------------------- Ga je je geven? Koffie voor mij?
  • Plaats een voornaam voor het werkwoord
  • Is het een café?
  • Te
  • Nee! Nee, ik doe niet!
  • Doe
  • Te
  • ¿Enrique, compraste un regalo para nuestra madre?
  • Is het een café?
Ustvarjenih več kot 30 milijonov snemalnih knjig