Woordsoorten zijn een belangrijk aspect van de taal die wordt onderwezen in de lessen Engels als tweede taal en Engels als nieuwe taal. Woordsoorten helpen niet alleen bij het formuleren van correcte zinnen, maar helpen de lezer ook om te begrijpen wat er gebeurt. Beheersing van woordsoorten is essentieel voor heldere communicatie en analyse, en daarom essentieel voor leerlingen. De tabel met acht woordsoorten aan de rechterkant is een uitstekende visuele weergave van de acht categorieën woorden die erin voorkomen.
Leraren gebruiken verschillende benaderingen om leerlingen te betrekken bij hun lesplannen voor woordsoorten. Een populair idee voor een 'lichamelijke kinesthetische' activiteit voor woordsoorten is een speurtocht waarbij leerlingen de 8 verschillende woordsoorten in het klaslokaal moeten identificeren. Er is ook de klassieke les over woordsoorten, waarbij leerlingen de opdracht krijgen om zinnen die de leraar heeft aangereikt, schematisch weer te geven en te benoemen.
Een schrijfactiviteit voor woordsoorten kan beginnen met leerlingen die eerst over een eenvoudig onderwerp schrijven, zoals wat ze na school gaan doen. Nadat ze hun zinnen hebben geschreven, kunnen ze individueel of met een partner aan de slag gaan om elk van de 8 woordsoorten te benoemen. Een andere leuke activiteit is om leerlingen "Grammatica Bingo" te laten spelen. Ze kunnen een bingokaart invullen met alle 8 woordsoorten!
Dit zijn allemaal effectieve activiteiten voor woordsoorten, waarbij leerlingen de taal in actie of op papier kunnen zien en deze belangrijke grammaticale elementen kunnen herkennen. De realiteit is echter dat dit specifieke onderdeel van taalverwerving en -ontwikkeling saai en droog kan zijn voor leerlingen. Leraren kunnen hun lesplannen voor woordsoorten voor leerlingen in het basis-, voortgezet en hoger onderwijs opvrolijken met Storyboard That!
Storyboard That kunnen leraren creatievere manieren vinden om woordsoorten te onderwijzen!
| Woordsoort | Definitie | Voorbeeldwoorden |
|---|---|---|
ZELFSTANDIG NAAMWOORD | een persoon, plaats, ding of idee | pen, hond, werk, muziek, stad, Londen, leraar, John |
WERKWOORD | actie of staat van zijn | (zijn, hebben, doen, leuk vinden, werken, zingen, kunnen, moeten) |
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD | een eigenschap van een zelfstandig naamwoord | sommige, goede, grote, rode, interessante |
BIJWOORD | beschrijft of wijzigt een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord | snel, stil, goed, slecht, heel, echt |
VOORNAAMWOORD | staat voor een zelfstandig naamwoord | Ik, jij, hij, zij, wij, zij, jouw |
VOORZETSEL | koppelt een zelfstandig naamwoord aan een ander woord | naar, op, na, op, voor, rond, over, van, in, voor, met, doorheen, van, onder |
VOEGWOORD | verbindt woorden, clausules en zinnen | en, maar, wanneer, of, echter, hoewel, niettemin, daarom, toch, dus |
TUSSENWERPSEL | korte uitroep, soms ingevoegd in een zin | oh, au, hallo, nou |
| Voorbeeldzinnen | ANTWOORD
(Woordsoort) | ||
|---|---|---|---|
| Au! Dat doet pijn! | Hoi! Hoe gaat het? | Nou, dat weet ik niet. | Tussenwerpsel |
| Ik hou van honden en ik hou van katten. | Ik hou van katten en honden. | Ik hou van honden, maar niet van katten. | Voegwoord |
| Tara is slim. Ze gaat drie jaar eerder naar de universiteit. | George wil zijn papier terug. | Rashad wil een boek, dus gaat hij naar de bibliotheek. | Voornaamwoord |
| Facebook.com is een website. | Ik vind Facebook.com leuk . | Ik check elke dag mijn Facebook. | Werkwoord |
| Dit is mijn hond . | Hij woont in mijn huis . | Wij wonen in Londen . | Zelfstandig naamwoord |
| Maandag gingen we naar school. | Kijk eens onder het bed | Het boek gaat over een jongen die verdwaald raakt in het bos. | Voorzetsel |
| Mijn hond is groot . | Ik hou van grote honden. | Mijn grote Duitse herder is beter dan jouw kleine chihuahua. | Bijvoeglijk naamwoord |
| Mijn hond eet snel . | Als hij erg honger heeft, eet hij heel snel . | Ik kom vaak langzaam uit bed. | Bijwoord |
De onderstaande activiteit met woordsoorten laat zien hoe je de Storyboard That Creator kunt gebruiken om storyboards te maken met de verschillende woordsoorten, in dit geval drie verschillende werkwoorden. Docenten kunnen snel een lesplan voor woordsoorten maken met behulp van de wizard 'Opdracht maken', waar ze instructies en zelfs een sjabloon kunnen invoeren om leerlingen op weg te helpen. De sjabloon kan de titels bevatten van de woordsoorten die leerlingen moeten uitbeelden, zoals:
(Hiermee start u een gratis proefperiode van 2 weken - geen creditcard nodig)
Bij het lezen en schrijven is het belangrijk om je publiek duidelijk te maken wie of wat het belangrijkst is in een zin, wat er gebeurt en andere belangrijke details die de overgebrachte informatie versterken. Door de Storyboard Creator te gebruiken in je les over woordsoorten, kunnen leerlingen visuele weergaven maken van de woordsoorten en deze belangrijke tekst beter onthouden!
Let op: als u nog geen Storyboard That gebruiker bent, meld u dan aan voor een gratis proefperiode .
(Hiermee start u een gratis proefperiode van 2 weken - geen creditcard nodig)
(Hiermee start u een gratis proefperiode van 2 weken - geen creditcard nodig)
(Hiermee start u een gratis proefperiode van 2 weken - geen creditcard nodig)
De 8 delen van spraak die in een taaldelen-diagram moeten worden opgenomen, zijn:
Er zijn veel 8 delen van spraak lesplannen die de storyboard Creator bevatten die studenten zullen helpen hun begrip te visualiseren en te demonstreren. Enkele woordsoorten-activiteiten die gebruik maken van het Storyboard That Creator zijn:
Opdrachten maken in Storyboard That is zo eenvoudig als 1-2-3! De eenvoudigste manier om een les te maken, is door een van onze geweldige kant-en-klare lesplannen te kopiëren en naar eigen inzicht aan te passen. Om een geheel nieuwe les te maken, volgt u gewoon de stappen voor het maken van een opdracht.
Het verschil tussen een eigennaam en een zelfstandig naamwoord is dat een zelfstandig naamwoord verwijst naar algemene dingen, zoals een berg, rivier of meer. Een eigennaam verwijst echter naar een specifiek zelfstandig naamwoord, zoals Mount Everest, Nile River of Lake Michigan.