De setting van een verhaal is de locatie en tijd, of het waar en wanneer. Instellingen spelen vaak een cruciale rol, vooral bij historische fictie of wanneer er meerdere plaatsen zijn, zoals het geval is in het boek Other Words for Home . In deze activiteit maken de leerlingen een decorschema om het waar en wanneer voor de roman te beschrijven en te illustreren. Het verhaal begint in een prachtige kustplaats in Syrië, maar de burgeroorlog dwingt de hoofdpersoon, Jude, om naar de Verenigde Staten te vluchten, waar ze samen met haar oom in Ohio woont.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Opleveringsdatum:
Doelstelling: Maak een storyboard met de verschillende instellingen in het boek Other Words for Home .
Instructies voor studenten:
(U kunt ook uw eigen maken op Quick Rubric.)
Bedreven 20 Points | Opkomende 15 Points | Begin 10 Points | |
---|---|---|---|
Instelling Beschrijving | De student beschrijft in feite de instelling door het identificeren van de plaats, tijd en sfeer. | De student beschrijft twee elementen van de instelling. | De student beschrijft slechts één aspect van de instelling. |
De rol van de Instelling | De student effectief wordt aangegeven hoe de instelling draagt bij aan de ontwikkeling van de plot, personages, sfeer en thema. | De student is in staat om te bepalen hoe de instelling draagt bij aan de ontwikkeling van twee aspecten van de roman: plot, karakters, stemming of thema. | De student is in staat om te bepalen hoe de instelling draagt bij aan de ontwikkeling van één aspect van de roman: plot, karakters, stemming of thema. |
Verschuivingen in Instelling | De student wordt aangegeven hoe de instelling verschuivingen en het effect deze verandering heeft op de plot, karakter, sfeer en thema ontwikkeling. | De student is in staat om te bepalen hoe de instelling verschuivingen, en het effect dat deze verschuiving heeft op twee aspecten van de ontwikkeling van de roman (plot, karakter, stemming of thema). | De student is in staat om te bepalen hoe de instelling verschuivingen, en het effect dat deze verschuiving heeft op een aspect van de ontwikkeling van de roman (plot, karakter, stemming of thema). |
Uiterlijk | Eindproduct bevat accurate visuele afbeeldingen van de setting en personages. | Eindproduct toont een poging om nauwkeurig te portretteren instellingen en personages hoewel sommige aspecten zijn verwarrend en / of onjuist is. | Eindproduct bevat irrelevant beelden. |
Spelling, Grammatica, Interpunctie | Uiteindelijke product vrij is van spelling, interpunctie en grammaticale fouten. | Eindproduct bevat tot drie fouten in spelling, interpunctie of grammatica die niet de betekenis van de tekst niet veranderen. | Eindproduct bevat meer dan drie fouten in spelling, interpunctie of grammatica. |