Bij het lezen van een verhaal als Beowulf komen leerlingen onbekende woorden tegen, waarvan sommige niet of nauwelijks meer worden gebruikt. Veel studenten worstelen met deze vreemde uitdrukkingen. Een geweldige manier om studenten te helpen en hen te betrekken bij deze nieuwe woorden, is door ze woordenschatborden te laten maken die de woordenschat van het Oudengels gebruiken. Het is echter een uitstekende manier om het begrip van het vocabulaire te vergroten door ervoor te zorgen dat studenten ze vóór het lezen in een context gebruiken. Je kunt studenten een lijst met woorden geven, of als studenten ze maken terwijl ze lezen, ze kunnen hun eigen woorden selecteren om te onderzoeken!
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Creëer een visueel vocabulaire voor Beowulf .
Introduceer de historische context van oud-Engelse woordenschat aan studenten. Leraren kunnen beginnen door de betekenis van oude Engelse woordenschat uit te leggen en moderne woordenschat te vergelijken met nieuwe woordenschat om de veranderingen te analyseren.
Leraren kunnen een discussie voeren over hoe taalevolutie in de loop van de tijd plaatsvindt en verschillende scripts van oude talen uit andere culturen introduceren. Studenten zullen een interesse ontwikkelen in het vinden van betekenissen en veranderingen in de woordenschat in verschillende tijdsperioden.
Organiseer filmavonden of beveel historische films aan die een nauwkeurige weergave van het oude Engelse vocabulaire bevatten. Zo horen leerlingen actuele uitspraken met interessante verhalen. Ze kunnen ook begrijpen hoe woorden in verschillende contexten kunnen worden gebruikt.
Houd een woordspeurtocht waarbij deelnemers in hun directe omgeving op zoek gaan naar eigentijdse woorden met Oudengelse roots. Dit helpt de leerlingen woordenschat op een boeiende manier te onthouden en te behouden.
Vraag de leerlingen om oude woordenschat te gebruiken om deel te nemen aan discussies en gesprekken in de klas en de leerling die een maand lang de meeste woorden heeft gebruikt, krijgt een stimulans of een beloning.
Het vocabulaire dat in de Oudengelse periode, ruwweg van de vijfde tot de elfde eeuw, werd gebruikt, wordt Oudengels genoemd. Het is de vroegste versie van de Engelse taal en verschilt van het moderne Engels in termen van taalkundige kenmerken, zinsbouw en woordvorming.
De termen "eorþan" (aarde), "sǣ" (zee), "hūs" (huis), "waeter" (water), "dēaþ" (dood), "sweord" (zwaard) en "fæder" (vader ) zijn enkele voorbeelden van veelgebruikte Oudengelse woordenschat in "Beowulf."
Ja, veel Oudengelse termen zijn in het Modern Engels gebleven, hoewel hun uitspraak en betekenis mogelijk zijn gewijzigd. "Vriend" (frēond), "man" (mann), "winter" (winter) en "moeder" (mōdor) zijn allemaal Oud-Engelse woorden.
Als u niet bekend bent met het Oudengels, kunt u het beste vertalingen of edities van "Beowulf" lezen die woordenlijsten of voetnoten bevatten. Hierdoor kun je genieten van de oud-Engelse terminologie terwijl je het bredere verhaal nog steeds begrijpt. Na het begrijpen van de betekenis van het gedicht in moderne taal, kunnen lezers ook genieten van lezen met oude Engelse terminologie.