In deze activiteit zullen de studenten drie mogelijke huisdieren vergelijken en contrasteren en de voor- en nadelen van elkeen identificeren. Dit voorbeeld vergelijkt: honden, kleine vogels en apen.
honden | Honden hebben veel moeite, tijd en geld nodig; Er zijn veel beloningen om een hond te hebben, maar de eigenaar moet verantwoordelijk en serieus zijn om een te bezitten. |
---|---|
vogelstand | Vogels zijn een goede eerste huisdier; Ze zijn klein, zoals knuffelen, en zijn goedkoper dan honden, maar ze hebben tijd nodig om te spelen en te reinigen. |
Monkeys | Vogels zijn gevaarlijk en erg duur; Ze kunnen ziekte dragen en worden vaak illegaal van het wild genomen. |
(Deze instructies zijn volledig aanpasbaar. Na het klikken op "Copy Assignment", wijzigt u de beschrijving van de opdracht in uw Dashboard.)
Grade Level 4-5
Moeilijkheidsgraad 3 (Het ontwikkelen tot Mastery)
Soort Opdracht Individu
Type Activiteit: Vergelijken en contrasteren met de T-Chart
(U kunt ook uw eigen maken op Quick Rubric.)
Proficient | Emerging | Beginning | |
---|---|---|---|
Similarities | Student identifies and explains many of the similarities between the two. | Student identifies and explains some of the similarities between the two. | Student identifies and explains few of the similarities between the two. |
Differences | Student identifies and explains many of the differences between the two. | Student identifies and explains some of the differences between the two. | Student identifies and explains few of the differences between the two. |
Images | Images are clear and creative. | Most images are easy to understand, but at least two images do not fit. | Images are not easy to understand. |
Spelling and Grammar | Student makes few errors. | Student makes two or three errors in spelling and grammar. | Student makes multiple errors in spelling and grammar. |