Door een les of les te beginnen met de belangrijkste termen en toespelingen op het vocabulaire, helpt dit bij het begrijpen en vasthouden. Met Holocaustliteratuur overlappen woordenschat en toespelingen elkaar vaak omdat studenten tegelijkertijd leren over echte gebeurtenissen, mensen en plaatsen. Omdat ze elkaar kunnen overlappen, willen docenten deze sjabloon misschien specifiek voor woordenschat gebruiken, of alleen voor toespelingen, zoals dit voorbeeld laat zien. In deze activiteit zullen studenten een storyboard maken dat de belangrijkste termen en toespelingen definieert en illustreert die historisch, religieus en cultureel gerelateerd zijn aan The Book Thief . Door hiervan een voorbeeld te bekijken, kunnen studenten het verhaal beter begrijpen en meer te weten komen over de tijdsperiode.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Opleveringsdatum:
Doelstelling: Maak een storyboard dat uw begrip van de belangrijkste termen en toespelingen (mensen, plaatsen, gebeurtenissen) in het verhaal The Book Thief illustreert.
Instructies voor studenten:
Vereisten: Moet 3 termen hebben, correcte definities of beschrijvingen, en passende illustraties voor elk die uw begrip van de woorden aantonen.
Integreer nieuw vocabulaire en allusies in je reguliere lesplannen om begrip te versterken. Verbind deze termen met dagelijkse activiteiten om studenten te helpen ze te onthouden en in context toe te passen.
Ontwerp een visuele woordwand in je klas met kerntermen en allusies uit De boekendief. Toon woorden en afbeeldingen om concepten zichtbaar en top-of-mind te houden voor studenten gedurende de hele eenheid.
Vraag studenten om vóór het verlaten van de klas een kernterm of allusie van de dag te definiëren of te gebruiken. Snelle exit-tickets versterken het leren en helpen je begrip in enkele minuten te beoordelen.
Laat studenten samenwerken om elkaar specifieke termen of allusies uit te leggen. Uitleggen van concepten aan klasgenoten verhoogt het vertrouwen en verdiept het begrip voor beide studenten.
Moedig studenten aan om kerntermen of allusies te relateren aan hun eigen ervaringen of actuele gebeurtenissen. Personaliseren van het leren bevordert diepere betrokkenheid en langdurige retentie.
Kerntermen en allusies in Het Boekenroof omvatten historische, religieuze en culturele verwijzingen zoals de Holocaust, Mein Kampf, Adolf Hitler, Jesse Owens en Dachau-concentratiekamp. Deze helpen studenten de tijdsperiode en context van de roman te begrijpen.
Begin met vooruitkijken op kerntermen en allusies voordat je leest. Laat studenten een storyboard maken dat belangrijke personen, plaatsen en gebeurtenissen definieert en illustreert. Deze visuele aanpak verbetert het begrip en maakt abstracte concepten concreter.
Het introduceren van kerntermen en allusies vóór het lezen van Holocaust-literatuur helpt studenten basiskennis op te bouwen, de historische context te begrijpen en dieper betrokken te zijn bij de thema's van het verhaal.
Een storyboard-activiteit vraagt studenten om kerntermen of allusies uit Het Boekenroof te kiezen, te definiëren of te beschrijven en voor elk een illustratie te maken. Dit toont begrip en stimuleert creativiteit.
Voorbeelden van allusies in Het Boekenroof zijn Mein Kampf, Jesse Owens, de Olympische Spelen van 1936, Hitlerjugend en Joseph Goebbels. Deze verwijzingen verbinden de roman met echte historische figuren en gebeurtenissen.