Aan het begin van een geschiedenisonderdeel is het handig voor studenten om een gemeenschappelijke woordenschat te hebben zodat ze de les beter kunnen begrijpen en betere discussies in de klas kunnen faciliteren. In deze activiteit gebruiken studenten een Frayer-model om het vocabulaire en de terminologie met betrekking tot de wetgevende tak te definiëren en te illustreren . Studenten kunnen kiezen uit de onderstaande lijst, of docenten kunnen een lijst verstrekken met termen die studenten graag willen weten.
Wetgevende Branch Woordenschatlijst (voorgestelde voorwaarden)
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Maak een storyboard dat de belangrijkste terminologie voor de wetgevende tak definieert en illustreert.
Boost student engagement by turning vocabulary review into a fun, team-based activity. Games help reinforce key terms and encourage peer learning, making class discussions lively and memorable.
Create groups of 3–5 students so everyone can participate. Smaller teams ensure each student has a chance to contribute and learn from their peers.
Write each Legislative Branch term on one side of an index card and its definition on the other. This makes it easy for students to quiz each other and check their answers quickly.
Explain how to earn points: teams score by correctly defining terms, using them in a sentence, or drawing an illustration. Clear rules keep the game fair and ensure everyone stays on task.
Have students switch roles between rounds (e.g., reader, answerer, scorer) to keep everyone involved. End with a quick class discussion so students can share which terms were tricky and how they’ll remember them.
Sleutelvocabulaire voor de Wetgevende Macht omvat onder meer Comité, Quorum, Senaat, Huis van Afgevaardigden, Aanklagen, Beroep, Vetorecht, Census, Wetsvoorstel, Wet, Wetgever, Wetgeving, Bicameraal, Lobbyist, Meerderheid, Minderheid, Ratificeren, District, Vertegenwoordiging en Pork Barrel-wetgeving. Het kennen van deze termen helpt leerlingen beter te begrijpen hoe het Congres werkt.
Door gebruik te maken van een Frayer-model of visuele vocabulaireborden moedigen we leerlingen aan om termen te definiëren, te illustreren en uit te leggen met behulp van tekeningen en voorbeelden uit het echte leven, waardoor leren interactief en memorabel wordt.
Een Frayer-model is een grafische organizer verdeeld in vier secties: definitie, kenmerken, voorbeelden en niet-voorbeelden. Leerlingen vullen deze in voor elk vocabulairewoord, wat hun begrip en geheugen verdiept.
Het begrijpen van sleuteltermen stelt leerlingen in staat om de lessen te volgen, met vertrouwen deel te nemen aan discussies en te analyseren hoe wetten worden gemaakt en hoe de overheid functioneert.
De Senaat heeft twee leden per staat, wat gelijkwaardige vertegenwoordiging garandeert, terwijl het Huis van Afgevaardigden gebaseerd is op de bevolkingsgrootte van de staat, waardoor grotere staten meer vertegenwoordigers hebben.