Na het leren van de vervoegingen voor de preterite en onvolmaakte tijden, moeten studenten zich concentreren op het begrijpen van de verschillende toepassingen van elk. In deze activiteit maken studenten een T-diagram dat voorbeelden illustreert van wanneer de preterite en imperfecte tijden worden gebruikt.
Omdat er aan beide kanten enige overlapping is tussen categorieën, wilt u misschien verduidelijken op welke u de studenten wilt richten. Bijvoorbeeld het opgeven van een gedefinieerd tijdsbestek voor preterite of een routine-actie voor imperfect. Het voorbeeldverhaalbord beschrijft de breedste categorieën en kan als referentie worden gebruikt.
Alternatieve activiteit 1: Studenten maken een storyboard dat zich uitsluitend op preterite concentreert
Alternatieve activiteit 2: studenten maken een storyboard om zich uitsluitend op imperfect te concentreren
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Instructies voor studenten
Maak een T-kaart die verschillende toepassingen van de preterite en imperfecte tijden in het Spaans illustreert. Onthoud dat de preterite zich bezighoudt met voltooide en onvolledige acties, terwijl de imperfecte zich bezighoudt met onderbrekende en onderbroken acties, herhaalde/gewone acties en beschrijvingen.
Guide learners in selecting the correct tense when narrating events. Help students develop a strong sense of when to use preterite for completed actions and imperfect for ongoing or descriptive details in storytelling.
Share a simple story that alternates between preterite and imperfect. Read aloud or display a brief narrative, emphasizing how you use preterite for single, finished events and imperfect for background, habits, or descriptions.
List common time expressions that cue each tense. Point out words like 'ayer', 'una vez', and 'el año pasado' for preterite, and 'siempre', 'mientras', and 'de niño' for imperfect, so students recognize clues in context.
Give students sentence starters that require them to decide which tense fits best. Encourage them to explain their choices, helping reinforce their understanding of the differences between the two tenses.
Invite students to share their sentences and reasoning. Facilitate a class discussion to address confusion and clarify tense usage, ensuring all students have a chance to participate.
De preteritiem in het Spaans wordt gebruikt voor acties die voltooid zijn of op een specifiek moment plaatsvonden, terwijl de imperfectum beschrijft doorlopende, gewoonlijke of achtergrondacties in het verleden. De juiste tijd kiezen hangt ervan af of de actie een duidelijk begin of einde had, of herhaald of beschrijvend was.
Gebruik een T-diagram om voorbeelden visueel te vergelijken: som voltooide acties met specifieke tijdsframes onder preteritiem, en doorlopende, herhaalde of beschrijvende acties onder imperfectum. Het koppelen van elke tijd aan sleutelwoorden zoals "gisteren" (preteritiem) of "altijd" (imperfectum) helpt ook bij het onthouden.
Probeer activiteiten zoals het maken van een T-diagram met voorbeeldzinnen, het maken van storyboards voor elke tijd, of rollenspellen waarin studenten de juiste verleden tijd kiezen. Deze interactieve oefeningen versterken het begrip door oefening en visualisatie.
Gebruik de preteritiem voor voltooide acties met een duidelijke start en einde, of die eenmaal hebben plaatsgevonden op een bepaalde tijd. Bijvoorbeeld: "Gisteren heb ik pizza gegeten". Vermijd het voor achtergrondbeschrijvingen of doorlopende acties.
Zeker! Voorbeeld van preteritiem: "Vorig jaar reisde ik naar Mexico." (Last year I traveled to Mexico). Voorbeeld van imperfectum: "Toen ik een kind was, speelde ik elke dag met mijn vrienden." (When I was a child, I used to play with my friends every day).