Doortocht door de Rode Zee
Toen de Israëlieten, de Farao en zijn leger achter zich aan zagen komen, werden zij erg bang. Zij konden nergens heen. Aan de ene kant was de Rode Zee en van de andere kant kwamen de Egyptenaren. Maar Jehovah plaatste een wolk tussen zijn volk en de Egyptenaren, zodat de Egyptenaren de Israëlieten niet meer konden zien en hen niet konden aanvallen.
De egyptenaren komen!
Nu zei Jehovah tegen Mozes dat hij zijn staf over de Rode Zee moest uitstrekken. Toen Mozes dit deed, liet Jehovah een sterke oostenwind waaien. Het water van de zee werd gescheiden en aan beide kanten tegengehouden.
Wauw!! Mama kijk eens!
Daarna begonnen de Israëlieten over droge grond door de zee te trekken. Het duurde uren voordat de miljoenen mensen met al hun dieren veilig door de zee aan de overkant waren gekomen. Ten slotte konden de Egyptenaren de Israëlieten weer zien. Hun slaven waren ontsnapt! Daarom joegen zij achter hen aan de zee in.
Er achter aan!!
.
Toen liet God de wielen van hun wagens aflopen. De Egyptenaren werden erg bang en riepen: ’Jehovah strijdt voor de Israëlieten en tegen ons. We moeten hier weg!’ Maar het was al te laat.
Jehovah strijdt voor de Israëlieten en tegen ons. We moeten hier weg!
.
Op dat moment zei Jehovah dat Mozes zijn staf weer over de Rode Zee moest uitstrekken. Daarop keerde het water terug en bedekte de Egyptenaren en hun wagens. Het hele leger was achter de Israëlieten aan de zee in gegaan. Niet één Egyptenaar kwam er levend uit!
Wat was Gods volk gelukkig dat het gered was! De mannen zongen een danklied voor Jehovah. Mozes’ zuster Mirjam nam haar tamboerijn en alle vrouwen volgden haar met hun tamboerijnen. Zij dansten van vreugde en zongen hetzelfde lied als de mannen.
Jehovah heeft een grote overwinning behaald. Hij heeft de paarden en hun ruiters in de zee gestort.