Terug in Thracië klinken alleen nog maar de droevige klanken van Orpheus en zijn lier. De twee nimfen, Amor en Pravitas, proberen Orpheus te troosten en te verleiden, maar zijn verdriet over het verlies van zijn geliefde Eurydice is sterker. Hij kan niet verder leven zonder haar, hij kan haar niet zomaar opgeven. Dus hij maakt een besluit: hij zal haar terug halen uit het schimmenrijk, met zijn lier en zang als wapen.
Slide: 2
Orpheus was afgedaald naar het Schimmenrijk. Hij had gezongen voor Cerberus, Charon en Minos om bij Eurydice te komen. Maar Hades, god van de dood, was woedend. Dat een levend mens afdwaalt naar het schimmenrijk is onacceptabel. Gelukkig wist Orpheus zelfs Hades te ontroeren met zijn klanken en mocht hij Eurydice terugbrengen naar Thracië. Maar onder één voorwaarde: hij mocht niet naar haar om kijken tot ze het daglicht hadden bereikt.
Slide: 3
Samen lopen Orpheus en Eurydice naar het daglicht, terug naar het land der levenden. Orpheus mag niet omkijken naar Eurydice, dat was de afspraak. Maar Eurydice was zo stil. Was ze er nog wel? Orpheus kon zijn zorgen niet bedwingen en keek toch om.